Wilwatervaren in Enkuizen door Massimo Effetto
Wildwatervaren in Enkhuizen
door Massimo Effetto
Eigenlijk is het niet meer dan gewoon een gevoel. Zin in sex. Een idee dat zo aan komt waaien. Ik zag haar en dacht er meteen aan: sex. Hoe het zou zijn op haar te liggen... Haar borsten te betasten... In haar te komen.
Haar hond rende over het grasveld buiten de muren, zij liep over het voetpad, bijna onder de voet gereden door fietsers en ik liep daar ook toevallig. Zomaar. Aan sex te denken. Het zomerde nogal. En dan heb je zin in bier... en geslachtsverkeer.
Zou u zin hebben in een portie sex, rijkelijk overgoten met bier? Een uitgelezen plaats daarvoor bevindt zich in mijn woning. U gaat de trap op en dan rechtdoor: daar is de badkuip. Ja, het schiumt nogal, slecht getapt, zal ik maar zeggen.
Nee, ik kon haar niet plompverloren vragen of ze mee wilde, zelfs niet voor een biertje. Het mocht onschuldig lijken, maar zomaar een wildvreemde vrouw uitnodigen voor een glas bier, daar zit toch wat achter. Tenslotte wordt bier gewoon gelezen als bed. Daarom begon ik over de wind, die deed zich nogal voelen.
'Wat een wind, hè.'
Ja, nou. Die voelde zij ook. Hij trok haar bijna over het gras.
Het was jammer dat ik dat niet mocht meemaken. Haar witte jurkje dat optrok, zij rollend over het gras. En ik zou als koene ridder van mijn denkbeeldige ros stijgen: Pijn gedaan, vrouwe? Wat een schrammen! Kom maar even mee uw wonden verzorgen, ik woon hier vlakbij. Daarna zou het zo gepiept zijn. Eerst zou ik uit beleefdheid de andere kant opkijken terwijl ze haar jurk uittrok of ik zou haar alleen laten in de badkamer. En dan aan de andere kant van de deur luisteren wat ze deed. Er zijn weining dingen zo opwindend als luisteren naar een vrouw die zich uitkleedt, je kent namelijk het geluid van een kledingstuk. De rits van de rok. Het tikken van een trui of het klipsen van een bh. En je weet precies welk gedeelte van het lichaam er dan vrij komt, wat je zou kunnen zien, als je aan de andere kant van de deur stond.
Zoals sommige teefjes ook over straat gaan
Voorlopig bleef ze stevig staan op haar gebruinde benen. Prachtige benen wel te verstaan. Niets aan af te dingen. Haar hond raasde als een zwarte tornado over het gras. Alsof hij de hele dag aan een ketting had gelegen. Zou hij zijn pootjes niet zeer doen? Konden honden eigenlijk een hartinfarct krijgen?
Ze geloofde van wel. Een kennis van haar had een bouvier die was zomaar neergevallen. Hartstilstand. Zò'n knaap van een beest was het geweest. Een mannetje.
Zoals sommige teefjes ook over straat gaan. Om een hartstilstand van te krijgen. Waarom had ik geen hond? Of kennissen met honden. Dat geeft altijd genoeg gespreksstof. In de zomer dan. En alleen als het zomert. 's Winters buiten de muren te lopen als de rest van de bevolking voor de centrale verwarming zat, daar heb je niets aan. Het IJsselmeer is ook niet zo mooi dan. Zo leeg. Nutteloos. Een plas water die daar maar ligt. Maar in deze stad leeft de de bevolking van mensen die smachten naar vroeger, naar de tijd dat opa nog geen nagel had om aan zijn reet te krabben. Dus daar is geen klap aan te doen, daar hoef je hier niet mee aan te komen. Het IJsselmeer is romantiek, zomer en winter. Aldus de geschriften van een plaatselijke patroonheilige. (Een folder van het VVV.)
Nee, als het 's winters stormde, liep zij door het park. Buiten de muren vertrouwde ze het niet zo. Ze vond het nu al een beetje eng. De toeristen waren weg en dan was het wat stil .
Ons was weer onder ons. We zijn toch niet te vertrouwen blijkbaar. Om die toeristen liet ik geen traan. Ik was nu lekker met haar alleen. Als ze op het meer voeren vond ik ze wel leuk. Met die witte zeilen. Maar ze hoefden niet in de stad te komen. Dan moest er weer een culturele avond worden georganiseerd. Of een concert om de stad wat leven in te blazen. Leven inblazen heet hier bier en herrie. En dat bier gaat dan nog wel, maar ik verbaas me er altijd over hoe weinig mensen er tegenwoordig nog een rustige dronk over zich hebben. Vooral tegen de ochtend als ik niet van ze kan slapen. Het zou mooi zijn als mensen die dronken waren gewoon hun mond hielden en omvielen. Juist, zoals de bouvier. Maar ik snap het wel: de herrie die ze produceren is strontvervelend als je niet een beetje bezopen bent. Van afstand is het helemaal erg. Dat voortdurende gebonk. Alsof de buren op de derde verdieping niet kunnen klaarkomen. En het gaat maar door, eentonig, afgevlakt, je hoort alleen dof geluid, maar wel zo hard dat je het bier niet meer hoort klokken in je eigen glas.
Haar rok verbaasde me
Ik kreeg zo'n droge mond van al die wind. Zij niet?
Nee, daar had ze geen last van. Ze vond de bomen zo mooi ruisen. We waren al weer terug bij het gat in de muur. Ons uitstapje was bijna afgelopen.
'Kijk! de laatste zeilen,' zei ze. Haar gezicht straalde. Ze had prachtige ogen die nog harder straalden dan de rest. Ik kon de zeilen bijna in haar pupillen zien. Opeens vond ik ze nog mooier dan eerst, de zeilen. Maar alleen dìe, die weerspiegelden in haar ogen. Om in te gaan snorkelen, zulke mooie ogen. Ze glimlachte verlegen, misschien was ik te dichtbij gekomen. Ze ging met haar rug tegen de muur staan. Haar lippen krulden zenuwachtig. Wilde ze gekust worden? Nu? Hier? Het was toch geen schoolromance. Daarvoor moet je een lange friemelende wandeling maken en wachten tot hij of zij blijft staan, even leunt. En dan lachend erom heen dralen, een grapje maken tot je toevallig vlakbij het gezicht bent en dan hé, je mond!... Ik wilde je toevallig kussen.
Nee, ze zocht haar hond.
'Timmie!'
Het mormel was nergens te zien.
Timmie, was dat niet éen van de drie kleine biggetje die door moeder uit huis werd gejaagd en achterna werd gezeten door de wolf? Timmie leek verdwenen. Nou ja, wel zo gemakkelijk, nu het toch winter wordt. Hond weg? Hoef je niet naar buiten als het regent! Wie weet hoe plezierig het leven kon zijn zonder.
Een accuut gejank zei me dat Timmie toch in de buurt moest zijn. Misschien niet ongeschonden, misschien had hij zijn pootje afgeklemd onder een putdeksel of hing zijn halsband aan het prikkeldraad, maar hij hij had nog genoeg lucht in zijn longen om zich te doen horen. Jezus, wat maakte dat beestje een kabaal. Ze liep snel vooruit met een prachtige pas, niet zo schommelend zoals sommige vrouwen die zich snel willen voortbewegen; maar ingehouden, elegant, zo versnelde ze haar pas. Haar rok verbaasde me.Ik ben geen expert in kleding en keek dus niet zo zeer naar de stof. Het stiksel, de snit en kleur waren me dan ook worst, maar hij omsloot zo mooi haar achterste. Fenomenaal. Even bleef ik staan. Van de dijen liet hij net zoveel zien als kies was. Eigenlijk niet genoeg.
Ik ben veertig meter naar beneden gepleurd
Timmie hing uit de kaken van een hond merk Skania. Vandaar dat gekerm. Zijn baas, die erbij stond, zei dat hij alleen maar speelde. En ook ik geloofde dat. Het was me een spektakel. Nooit geweten dat je aan twee spelende honden zoveel plezier kon beleven. Dat moesten ze nou eens geven om de stad leven in te blazen. Timmie zorgde voor de muzikale omlijsting. Het was zoiets als Goliath en David, maar dan zonder slinger. Zoals het hoort. Als je groter bent, kan je harder uithalen.
Zij was het er niet mee eens dat het spelen genoemd kon worden en ze trad in discussie. Hun gesprek moest opeens onderbroken worden omdat Timmie's halsband aan de hoektand van de dieseltruck was blijven hangen. Zijn gekerm werd allengs amechtiger, hij had zo'n halsband die zichzelf strak trok.
Het diertje werd bevrijd en we gingen verder. Ze wachtte op me, dat deed me genoegen. Alsof onze ontmoeting iets betekende, ze zei niet, nou, tot ziens. Ze verwachtte dat ik haar verder vergezelde op haar wandeling. Timmie liep alweer door op de snelweg der honden. Nog zo'n botsing met een oplegger en hij kon het wel vergeten. Had ze niet gezegd dat hij het aan zijn hart had?
'Weet u wat ik nou het leuke vind van Enkhuizen?' vroeg ze opeens.
Ik had geen idee. Ik had er zelfs nooit over nagedacht. Ik was er zelf niet zo gecharmeerd van, en het woord 'leuk' zou helemaal niet bij me opkomen bij de naam Enkhuizen. Ik vind het nogal een snollerig woord, leuk. Een beetje overal goed voor. De Zeelandbrug inpakken, met een elastiek aan je been van een hoogwerker springen, wildwatervaren, allemaal verschrikkelijk, maar als iemand tegen je zegt: Goh, ik ben veertig meter naar beneden gepleurd met zo'n elastiek, wat zeg je dan: Leuk. Maar Enkhuizen?Misschien ging ze zeggen: de onverwachte ontmoetingen, de aardige mensen, of dat je zomaar een man ontmoet die niet opdringerig is.
Nee, dat zei ze allemaal niet, ze zei: 'De Drommedaris.
'
Ja ja. Een gebouw dat al tachtig jaar niet meer wordt gebruikt, dat daar al vierhonderd jaar alleen maar staat te staan, waar je hoogstens een zandkoekje of een pakje shag naar kan noemen. Dat vond zij nou leuk aan Enkhuizen.
Aan sex doen, dat kan onmogelijk blijken
Ik begon de hele onderneming hachelijk te vinden. Misschien was ze niet de juiste persoon om een avondje plezier mee te hebben. Persoonlijkheden kunnen teveel verschillen om zoiets samen te doen. Je kan wandelen in het park, of als het zomert buiten de muren de hond uitlaten en samen naar de honden kijken, maar aan sex doen, dat kan onmogelijk blijken te zijn.
Dat dacht ik. Tot ze eraan toevoegde: 'Hij is zo groot, zo opwindend.' Nou kan je bij opwindend alle kanten op, maar ik had precies begrepen waar ze het over had. Bij het zien van een grote, wanstaltige, rode duivel in een bioskoop, had een vriendin me in de arm geknepen en gezegd dat ze die wel opwindend vond.
'Hij overweldigt me soms. Dan denk ik als ik onder hem sta, kom maar neer, bedelf me. Heb je dat nooit?
'
Ik schudde mijn hoofd. Ik heb wel zoiets met de zee. Niet dat meertje hier buitengaats, maar de echte zee, die grote, platte, donkere vrouw met duizenden golfjes, daar zou ik wel eens met een erectie in willen. Maar dat ging haar niets aan.
'Kijk een kano,' zei ze.
'Ja, en het is toch al zowat donker,' zei ze. 'Die ziet toch niets.
'
'Ik ben laatst wezen wildwatervaren,' zei ze plompverloren.
'Leuk.' Wat kon ik anders zeggen?
'Met mijn man in Libanon.'
'Oh.'
Met al het water dat je in Europa, in Noord en Zuid Amerika kan vinden, steekt het me dat er mensen zijn die gewoon een rivier gaan afzakken in een land waar al dertig jaar een burgeroorlog woedt, alsof het niets uitmaakt. De natuur is overal mooi, zeggen ze. Ja, maar hele volks-stammen liggen daar hun laatste adem uit te blazen tussen rokende puinhopen; die kreperen aan de vliegende tering of gewoon de geeuwhonger en jij gaat dan dood-leuk op de kant een blik soep uit je overlevingspakket zitten eten. De tijd zitten vergeten. Mensen die dat doen willen niet weten wat ze thuis allemaal hebben.
- Of misschien juist wel en willen ze dat allemaal riskeren. Kijk eens hoe rijk ik ben en ik kan toch lekker dood. Ik vlieg helemaal naar het Midden Oosten om een beetje in een stroompje te peddelen en ik durf zomaar alles op het spel te zetten. Mijn hele leven. (Niets dus.) Dat is nou de goden verzoeken, zou je zeggen. Maar die zijn al eeuwen doof. Jammer, denk ik dan. Een gemiste kans om een weer zo'n rotzak de wereld uit te helpen. Ze zijn toch allemaal verzekerd. Ze hebben zelfs speciale polissen. 'De polis voor engerds die gaan wildwatervaren in het Midden Oosten'. In geval van overlijden wordt het lijk, na vijftien minuten delicaat droogslingeren, binnen 48 uur thuisbezorgd in een van Tupper-waredoos. Mooi toch!-
Maar het meest belachelijke was, dat ze met haar man ging. Zoiets hoor je niet met je man te doen, sterker nog: ze hoorde er helemaal geen te hebben. Die zat nou thuis naar de lotto te kijken terwijl zij buiten hun hond redde uit de muil van een bergleeuw en aangevallen werd door bronstige mannen. En hij zat maar op de bank.
'Prachtig, wildwatervaren in het Middenoosten,' zei ik, 'dat heb ik nou altijd al willen doen. Het is daar toch anders. Van wat voor categorie waren de afdalingen? Waren er rotspartijen? Moest je veel klunen? Nog kangeroes gezien?
'
Ze moest er goddank zelf ook om lachen. Ze wist het allemaal niet zo. Ze had er ook geen verstand van, ze zat voorin en peddelde af en toe zo eens. Als het eng werd deed ze haar ogen dicht.
Prachtige blauwe vazen hadden ze, een boekenkast vol.
Het moest leuk zijn, zei ik nog. De natuur, de stilte, de ervaring zo'n rivier af te zakken, de spanning. Ze beaamde het volmondig. Nou ja, eigenlijk had ze het meer gedaan om haar man te plezieren. Die was niet in staat gewoon vakantie te houden. Die zocht iedere zomer een andere 'thrill'. Als ik wilde, we waren vlak bij haar huis, en ik was zo geïnteresseerd, kon ik het filmpje zien dat ze gemaakt hadden, duurde maar een kwartiertje. Spectaculair hoor. En nee, voor ik het zou denken, het was niet zo'n dom vakantiefilmpje waarin iedereen naar de camera zwaait en grapjes maakt. Er werd nauwelijks in gesproken. Opnamen van de natuur en varen, meer niet.
En haar man?
Hiep-hoi. Die was er niet.
Of hij vanavond nog terug kwam durfde ik niet te vragen. Ik vond het al heel wat dat hij niet thuis naar de lotto zat te kijken. Misschien was hij nachtwaker. Keek hij op zijn werk.
Ze deed de deur voor me open en knipte het licht aan. De hond dartelde naar zijn bak en dronk. Zij trok de koelkast open. Een biertje?
De bank waarop men gewoonlijk naar de lotto keek, zat niet slecht, maar ze had band er nog niet in of de telefoon ging. Ze praatte zachtjes, het was nogal privé. Iemand had problemen. Ze ging even naar boven. Mij maakte het niet uit, ik had mijn bier, ik zat droog, een kwartier vakantiefilm kan dan nooit zo erg zijn. Vooral als je niet eens hoeft te doen alsóf je kijkt. Ik kon gewoon met goed fatsoen om me heen kijken. Prachtige blauwe vazen hadden ze, een boekenkast vol. Voorzeker een geletterd stel. Wat lees jij vanavond? Ik denk een Delftblauwtje. Op het scherm bewoog wat... Het was halfduister en ik meende een man te zien. Hij was niet goed te onderscheiden, want er was een rozig licht in de omgeving, vast in de tent gefilmd.
Ze wilde gezien worden.
Het was duidelijk de verkeerde band. In plaats van watervallen en stroomversnellingen waren er borsten en dijen te zien, misschien zocht haar man de thrills ook hierin, of was dit gewoon de zomer ervoor. Een erecte penis kwam zo door mijn beeld schuiven. Niet zo goed te zien allemaal, maar goed genoeg om alles net te kunnen onderscheiden. En wacht even, kijk, dat was zij, zij van boven, van de telefoon. Homemovies. Zou ik haar niet moeten roepen. Hallo. Je hebt de verkeerde band op gezet. Is wel genant. Maar als ze straks binnenkomt en mij verlekkerd naar haar blote prut ziet zitten kijken, is dat niet net zo erg? Erger! Ze had anders wel een prachtig lichaam, slank met dikke borsten. Haar man hield er ook van. Hij lustte er wel pap van. En zij van de zijne. Ze ging als een bezetene tekeer op zijn dinges dat tenslotte barstte.
Daarna deed ze een nummertje kunstfluiten, recht voor de camera. Ze hijgde zwaar terwijl haar trouwring naar binnen schoof en ze zich tussen haar kort geschoren haren betastte. Vol vertrouwen glimlachte ze naar de camera en spreidde haar benen nog wat verder. Ze wilde gezien worden. En ik wilde best naar haar kijken. De bank begon alleen wat ongemakkelijk te zitten. Ik draaide maar. Links dragen en je sleutelbos in je linkerzak hebben is pijnlijk. Het leek er even op dat ze het niet haalde, maar geholpen door het oog van de camera dat tot in haar diepste diepte loerde - ze draaide haar bekken omhoog en haalde zelfs haar handen ervoor weg om alles te laten zien - gilde ze tenslotte haar genot uit, harder dan Timmie had gedaan in de bek van zijn speelkameraad.
Waar was dat beest trouwens? Was hij zoet in de mand of met haar mee naar boven? Ik hoorde niets boven, zelfs geen stem. Ze zou me toch niet stiekem zitten bespioneren?
... en liet een fraaie bilnaad zien.
De slappe lul van haar man kwam weer in beeld. Ze slingerde ermee alsof het een lasso was. Ze sloeg ermee op zijn buik, haar borsten en gezicht en tenslotte hapte ze erin. Ik kreeg het warm, begon een beetje te trillen. Als je lichaam bestaat uit trillende moleculen, en je raakt oververhit, als je niet meer kan blijven zitten, maar zeker niet kunt gaan staan, dan gaat alles trillen. Alsof ik koorts had.
Haar geslacht kwam in beeld; zijn beurt. Zijn tong die over de welving van haar lippen trok, meer dan levensgroot. Haar zachte vlees van binnen, ik kon het bijna ruiken. Zijn tong die stuwde, haar knopje raakte, het schokken, het samentrekken van haar kut. Ze draaide zich om - in golven kwam ze klaar, buiten beeld - en liet een fraaie bilnaad zien.
Wat een voorstelling. Ze deed het met plezier, dat was te zien. En wat een vakantie! Bij wildwatervaren dacht ik altijd aan andere dingen. Nu wist ik beter. Bij het noemen van wildwatervaren, zou ik voortaan enthousiast knikken. 'Fantastisch!' zou ik roepen. En waarom niet in Libanon?! De liefde moesten ze overal kennen. Verbroedert men zo niet?
Ze stapte voldaan binnen met Timmie in haar kielzog.
'Hij is al afgelopen..!' riep ze uit.
Ik knikte.
Zo zou ik uit haar borsten willen eten
De televisie gaf sneeuw. Geen spoor meer te zien van het water en de kano's, laat staan van de afdalingen, maar ik beaamde dat het zeer mooi was. Prachtige natuur.
En of ik dat en dat gezien had. Wat kon ik anders doen dan knikken. Ik had van schrik vergeten mijn bier te drinken.
Ze liep om de bank heen met een allerliefste glimlach. Om in te bijten, om aan te zuigen. Om in je mond te nemen en op te sabbelen als een toverbal. Rood, geel, roze... en mierezoet. Als een trekdrop tussen je tanden nemen en op kauwen.
'Wil je een chocolaatje?
'
Het hele schaaltje, met haar erbij. Ik keek hoe ze er een door midden beet en de vulling er eerst uit zoog en toen likte. Haar vuurrode, puntige tong die rondging in de fijnste melkchocolade. Haar bewegingen waren electriserend. Zo zou ik uit haar borsten willen eten. Een middeleeuwe martelares werd de borsten afgesneden, een onvergefelijke zonde tegen het vrouwendom, maar vaak zou ik hetzelde willen doen om er uit te eten, om me te goed te doen aan alles wat borst is. Als je van borsten houdt kan weinig je teveel zijn. En zij had mooie, fiere borsten, ze zou er een vakantiekamp met wezen mee kunnen voeden.
Ze vroeg of we niet ergens iets konden gaan drinken, ze had niets in huis. Ik stemde toe.
Timmie bleef thuis en zonder de hond om samen naar te kijken, waren we allebei een beetje verlegen. We liepen daar nu voor onszelf. Hadden we al een verhouding of niet?Ik vond het belangrijk om te weten: de meeste relaties die ik heb gaan zo snel voorbij dat ik nou nooit eens kan beseffen dat ik een relatie heb. Dat is frustrerend. Die zijn dan al weer voorbij. Nu had ik eindelijk eens de kans om het te beseffen.
Maar wat had ik eraan als we niet neukten? Daar was het tenslotte om te doen. Liefde krijg je bij de groenteboer - met liefde vleidde hij een tiental tomaatjes op de weegschaal - sex moet je verdienen. We liepen er toch zeker niet om de nachtwaker te ontlopen die ieder moment thuis kon komen? Alweer die nachtwaker!Jakkes! daar moest ik niet teveel aan denken, die bedorf het plezier een beetje. En zeker niet over praten. De woorden 'je man' mochten niet vallen.
Ze droeg geen onderbroek.
Ik bleef twee meter achter om mijn veter vast te knopen. Ik keek naar haar op. Haar rokje omspande nog steeds haar prachtige zitvlees. Ik zag zelfs waar de billen begonnen, hoe ze rond liepen om bij Hare Zaligheid uit te komen. Ik raakte opgewonden. Mijn ademhaling ging merkbaar sneller en nog tweeduizend andere fysiologische verschijnselen wezen erop dat ik een vreselijke zin had om haar te betasten. Hare Zaligheid eer te betuigen. Ze bleef staan, leunend tegen een muur. Ik draalde om haar gezicht te kussen, zo stond het tenslotte in de etiquette Maar daar wilde ze niets van weten, ze zei: 'Nee, niet hier, dáár.' Mijn hoofd werd naar haar liezen geduwd.Nou, dat was me de schoolromance wel. Ze rook naar warme wijn, naar een plant die de buren in de tuin hadden; wij hebben nooit een tuin gehad, de namen ken ik dus niet. Ze droeg geen onderbroek. Hare Zaligheid stond open voor me. Vochtig, zeg maar nat, glibberde ze over mijn gezicht, ze bedekte me met haar sappen. In het Oosten krijg je na een maaltijd vaak een warme doek om je handen te wassen, maar je kan er ook je gezicht mee bedekken. Je legt die over je gezicht en het plafond verdwijnt, de scherpe kruiden achter je vullingen, heel de wereld verdwijnt. Je vraagt je af waarom er niet een warme doek voor het hele lichaam bestaat. Het moet een bijzondere ervaring zijn omwikkeld te worden met een warme natte doek. Zoiets als worden opgezogen in een vrouwelijk geslacht.
Voor ik het wist zat ik in haar.
'Kijk es omhoog,' fluisterde ze.
Verdomd, die rotdrommedaris stond boven ons. Hij was onze hemel. Meedogeloos groot, als een beest omvatte hij ons. Ze stuwde ertegen met haar schouders.
'Kom maar,' zei ze, ze trok een been omhoog en haalde mijn gezicht een paar keer over haar gevoelige plekjes. Als ik haar hier nam zou zelfs de vuurtoren oplichten. De toren der liefde. Ze opende mijn rits, haar hand gleed voorzichtig naar de punt.
Ik moest verschrikkelijk wateren, had een blaas vol. Ik kon het nauwelijks ophouden. Haar hand omvatte mijn scrotum en regisseerde vandaar het spel. Voor ik het wist zat ik in haar.
En ik moest zo nodig. Pissen moest ik. Haar tong likte mijn oorschelp, daar kan ik niet tegen. Ik kreeg er kriebels van in mijn zij. Daarbij had ik geloof ik mijn oren niet gewassen. Maar ze had me nog steeds bij mijn ballen en duwde en trok dat het een aard had. Ik wilde uit haar weg, ik had een onweerstaanbare jeuk in mijn zij, ik moest ook zo nodig. De Drommedaris kon haar nemen.
Haar andere hand omvatte eerst vol gratie een bil, maar toen ik begon tegen te stribbelen, verstevigde ze de greep. Ze liet me niet gaan, in tegendeel, naaien moest ik. Ze kneep in mijn kont, stremde in ernstige mate de bloedtoevoor naar teel- en bijbal. Als ze verdomme zo doorging kreeg ik accuut koudvuur. Viel het eraf.
Om toch iets te doen - weg kon ik niet - bewoog ik harder in haar. Uit haar bloesje viste ik haar ronde borsten op. Ze stemde toe. Ze zei dat ik haar moest bijten, dus zette ik mijn tanden erin. Het moment dat ik mijn kaken sloot, kwam ze en als vanzelf stroomde ik in haar leeg, het IJsselmeer was er niets bij.
Wij wildwatervaarders doen het altijd zo, rivieren met kolken en stroomversnellingen.
Ik moet zo pissen.
'Kom, dan gaan we naar de boten kijken.
'
We verlieten de poort van de Drommedaris om naar de haven te gaan. Ik deed twee passen en stortte krimpend van de pijn op de eeuwenoude kinderhoofdjes. Wat waren die dingen hard, en puntig, ze léken alleen maar rond en zacht. Naast de pijn in mijn onderbuik werd ik nu ook nog eens gemarteld door die rotkeitjes. Ik rolde over de grond. Zij stond erbij als een pinguïn die wil vliegen.
'Wat is er, wat heb je?
'
Ik kon het niet over mijn lippen krijgen. Hoe moest ik dat nou zeggen? Soms is het gemakkelijker om over heel persoonlijke dingen zoals relatieproblemen te praten, dan over lichamelijke ongemakken. Maar kon ik haar nu lastig vallen met een gebroken huwelijk en mijn lesbische moeder? Dat leek me niet. En waarom zou ik ook? Omdat ik toevallig pijn in mijn onderbuik had? Ik moest het haar gewoon zeggen. Het was niet zo moeilijk, het was eigenlijk heel gewoon. Als ik het haar van tevoren had gezegd, was er niets aan de hand geweest.
'Ik moet zo pissen,' bracht ik er uit.
'Hier?'
'Waar dan ook.'
'Doe het dan hier.'
'Ik kan niet overeind komen.'
Ze hielp me. Ik strompelde naar de Drommedaris -haha - en liet alles lopen. Die had vast wel erger doorstaan. 's Winters kon het hier aardig spoken. Dan sloegen de golven soms op het gras. Maar ik was machtiger dan het water. Ik plaste zo hoog ik kon tegen de muur, in het gat met het ijspapiertje, tussen de voegen zodat de insekten eruit vluchtten, dan helemaal naar links, helemaal naar rechts, tot ik zeker wist dat er geen druppel meer in me zat. En zelfs die schudde ik er nog tegenaan. Toen stopte ik mijn spuit weg. Ik had mijn best gedaan; een grote natte plek op de muur bevestigde dat. Een graffiti artiest had het niet beter gekund.
In de wetenschap dat het urinezuur langzaam op het eeuwenoude bouwwerk, de beroemde trekpleister van ons oude stadje, zou inwerken, ging ik gearmd met haar naar de boten kijken. Dag hoor, lekkere duivel, de groeten aan de Berlijnse muur. Nu nog een pilsje drinken en mijn dag was compleet.
Dat is alles wat ik wilde zeggen.