BERGEN-BELSEN
De droeve dennen rouwen zuchtend
in de sluiergrauwe mist
Talrijk de zielen voor ons vluchtend
onwetend vragend uitgewist
Een lijkgewaad van donkere heide
rust nu verdrietig op hun graf
Doodsbleek in de zerkenweide
verschuilt een enkele berk zich laf
laat zijn armen wenend zakken
plengt tranen die in droefenis
stollen aan 't einde van zijn takken
en spreken van het triest gemis
dat dit onheilig oord doordrenkt
waar Schuld ons schuldig tart
en het wezenloos geweten wenkt
In huilen dat nog steeds verwart
Willem Grossouw(wgross@xs4all.nl)