De tragikomiek

door: Francis Dierick


Die dag regende het werklozen dat het kletterde. (Werklozen kletteren,
bruggepensioneerden ploffen.) Dat had het een en het ander te maken met
het nieuwsbulletin dat ook Julien X 's middags gehoord had.

"...De Renault-directie heeft in Parijs nieuwe afslachtingen
aangekondigd. 2700 jobs zouden verloren gaan..."

Maar niet Julien's. Hij was immers al geruime tijd geleden in De
Statistieken binnengesukkeld. Dieper dan hem kon je tot de essentie van
de werkloosheid niet doordringen. Ja, hij had wel werk hoor; maar dat
was eigenlijk meer een soort bijverdienste (in het zwart, wat dacht
je...). Toch alleszins niets dat voor ernst kon doorgaan: hij was
komiek. Eerst in zo van die stand-up zaaltjes. 400 BEF. (een opwarmertje
uit zijn repertoire: 'meerdere franken zijn BEFFEN...') Per uur. Zonder
fooien. Later voor een eigen publiek; en nu had hij z'n eerste contract
bij een commerciële TV-zender in de wacht gesleept. Als het zo doorging
zou hij binnenkort wel eens de ellenlange rijen aan het stempellokaaltje
vaarwel kunnen zeggen.

Z'n favoriete one-liner: "Ik ben een komiek in 't zwart."

Met zulke onbenulligheden kreeg hij dus zalen plat; maar soms ook weer
niet. Om op zeker te spelen trok hij elke avond toch maar een zwart pak
aan.
Julien X had nog nooit een échte afgang gekend. Wat mindere avonden, dat
wel. Hij genoot zelfs enige faam. (Als je in zijn hilarische branche al
van respect kon spreken.) Of beeldde hij zich dat in? Een lauwe komiek
dus.

-"Ik ben de grootste komiek van de hele wereld. Ik krijg zelfs de armste
Rwandeesjes plat!", lalde hij tegen het stel benen dat hij uit het café
meegenomen had.

Nu keilden ook Hare-Krishna's met hun kale knikkers tegen de kasseien.
De opgevoerde jacht op sektarische bewegingen (we naderden 2000) zat
hier voor iets tussen. Kortom: alle Hare-Krishna's van België stortten
in de werkloosheid neer. Op de kasseien dus, voor Julien's voeten die al
moeite genoeg hadden om z'n zatte kloten overeind te houden.

-"Jij mag alles zijn wat je wilt, zolang je me maar te pletter neukt
vannacht.", diende het stel benen hem tot repliek.

Sinds hij grappig geworden was, lagen de vrouwen aan z'n voeten. De
lelijke, dat wel: de spataders, sinaasappelhuiden en waterknieën. Of
beeldde hij zich dat in?

"In de showbizz moet je kieskeurig zijn.", ooit prachtig verwoordt door
Henry Rollins: "They [The Rolling Stones] drank, ate and partied all
night and day; and most important: they fucked the most gorgeous women.
I wanted to be like them." Jules X was ook zo een type. Of beeldde hij
zich dat maar in?

De Van Dale (de bruine) zegt: "Tragikomedie (def.): (1) toneelstuk dat
aanvankelijk verloopt als een tragedie, maar goed afloopt. (2) een
toneelspel waarin tragische en komische taferelen elkaar afwisselen, met
gelukkige afloop. (3) geheel van vorrvallen dat ten dele komisch, ten
dele tragisch is.

(3) was het leven van J. Niet (1). Niet (2).

Julien dronk, neukte en vrat zich te pletter (Wat wil een mens nog
meer?), maar respect genoot hij dus niet. Men zegt dat de mensheid zich
slechts cultureel begint te ontwikkelen als aan z'n drie basisbehoeften
voldaan zijn. (neuken, vreten en drinken) J. X. was dus nooit tot
culturele ontwikkeling gekomen. Voor de mannen was hij gewoon een
grappige lapzwans, voor z'n baas een winstpost en voor de vrouwen,
tja... soms voelde hij zich gewoonweg een grote lul. Een gepubliceerde
lul, dat wel, maar niettemin een lul. Vorig jaar had hij z'n eerste
moppenboek uitgegeven -'humoristisch werk' volgens z'n uitgever- en
volgende maand volgde z'n tweede.

Een cynische, gepubliceerde lul. Een zwarte komiek met kapsones.

Cynisch (def): [bn., bw.] (0.1) schaamteloos ongevoelig, een stuitend of
pijnlijk ongeloof in het goede aan de dag leggend -> bitter,
sarcastisch. (0.2) volgens de leer der cynici (volgelingen van
Socrates).
Julien was niet volgens (0.2) maar (0.1) cynisch. De échte cynici
(Socrates' navelstaarders) waren immers eeuwen geleden samen met hun
strenge ethiek begraven. (In een ton, in een ton.) Vergeet niet dat we
199X schrijven, en dat toen (0.1) hoogtij vierde.

Het regende nog steeds werklozen en bruggepensioneerden toen Julien
terug thuis zat. (Vergeet dit vooral niet: werklozen kletteren;
bruggepensioneerden ploffen.) Het stel wegwerpbenen had hij na gebruik
ergens in een goot gedumpt.

Moppen bedenken, grappen en grollen die de mens aan het rollen brengen
en de geest aan de drank. (Dat was het geheim van zijn commercieel

succes: hij zette het publiek aan tot drinken. Zat publiek lacht
sneller, en de organisatoren zien dat graag.)

J. had altijd al vermoed dat dit moment er zou komen. Hij had het gezien
in films; was ervoor gewaarschuwd door collega's. Dat het langzaamaan
stiller zou worden in de zalen; dat de mensenmassa zich tegen hen zouden
keren; dat de mens uitgelachen zou geraken. Uitgeblust, afgemat, murw
gemokerd door de media. "Het journaal", "Panorama", "Terzake",
"Telefacts",...

Die avond was het dus zover gekomen. Lauw aanlopende zaal. Vooral vers
neergestorte werklozen en ander uitkeringsgerechtigd gespuis. 3 kwartier
te vullen. Weinig succes. Af en toe wel een monkelend lachje van een
oudere heer; of een schel kirrend kreetje van een jongedame (Die ouwe
viezerikken kunnen ook nooit hun poten thuishouden!). Na dertig minuten
trapte Julien het af via de treden van de artiestenuitgang. Hij voelde
de hete adem van zijn schuldeisers en hun advocaten al in z'n nek. J.X.
koos een minirokje om de avond mee door te brengen en beende naar het
café tegenover de schouwburg.

Vastbesloten zich te bezatten.

-"Dan zal alles wel beter gaan."
-"Zo ben ik immers in dit métier verzeild geraakt."
Het stel hitsige benen in het minirokje volgde hem.

-"Dit is mijn vorm van herbronning; het succes komt pas na het vijfde
glas."

Maar er kwamen geen ideeën meer. Hij moest alleen ongelofelijk pissen.
Z'n bron stond droog. Een droge komiek die tegen een muur staat te
wateren.

En hij keerde terug naar de schouwburg. Een laatste maal. (Nu kon hij
wel in de open bekken van het publiek zeiken...) Voor een lege zaal. Een
tragische, cynische held (als je mensen aan het lachen kunt brengen, dan
moet je wel een held zijn.) Vanop Het podium:

-"Dames en heren, mijnheer de voorzitter. Er is niets zo triestig
waarmee niet gelachen kan worden. Alles is al gebeurd en tot droevens
toe neergeschreven. Er rest ons niets meer om te huilen. Dit zijn de
nineties. Daarom verklaar ik, met de macht die mij door de Koning
gegeven is, de jaren '90 tot decennium van de lach; voor geopend; en
mezelf tot tragikomiek."

'Mmmh, er klopt iets niet in die laatste zien; en hij is toch niet
grappig.", dacht J en haalde hem door de versnipperaar. Of beeldde hij
zich dat enkel in?

Buiten kletterde het werklozen zoals het nog nooit gekletterd had in de
jaren 199X.



Francis Dierick (fdierick@xs4all.be)
Homepage!