De Onzin Dans

een betekenis-verdichtend experiment

Drie stappen naar voren
Twee stappen opzij;
Laat je niet verstoren
Door wat de wind kan horen
En fluister in haar oren
De zon lijkt op een ei.

Vijf stappen terzijde
Acht stappen vooruit;
Laat je hart verleiden
En tracht niet te vermijden
Hetgeen haar lippen zeiden:
De lucht lijkt op een ruit.

De nacht lijkt op een kluit
De wolk lijkt op een lei
De koekoek legt haar ei
En danst van weeromstuit.

Tien trappen naar boven
Drie trappen omlaag;
Laat je niet beroven
Door dieven die geloven
Verlies te moeten loven:
De lach lijkt op een vlaag.

De ziel is als een plein
Dat echoot in refrein
Op alles wat gebeurt
Maar nooit zichzelf verbeurt.

Rouwdeun voor de Republiek

Er staat een kerk (van Wassenaer)
Aan een diepe gracht -
En in zijn hof (Jan Evertsen)
Licht wat je verwacht:

Veel plat graniet (de With en Tromp)
Met een laatste wil -
Of ge dan toch (Hugo de Groot)
Voor ze bidden wil.

Voor ze bidden wil ik wel
Vooral voor Oldenbarnevelt.

Een lage muur (van Rijn en Hals)
Brokkelt bij de poort.
Er is geen ziel (van Nes en Sweers)
Die dit beeld verstoort

Want zielen zijn (Lumey en Hooft)
Lang hun tijd voorbij,
Hun recht verkocht (de Heem en Heyn)
Aan de sloperij

Die zerk na zerk (de Moor en Steen)
Weghaalt uit het hof
En efficiënt (Boisot en Teyn)
Gruist tot naamloos stof.

Van Oranje kniel en bid
Voor de ziel van Jan de Witt.

Als ik denk, wat denk ik dan?
Ik denk dat ik niet denken kan.
Ik denk niet dat ik denken kan:
Maar waarvan komt dit denken dan?

De vrijgezel

O! Wie vermoedt het levenslot
Van deze kijnders op de pot.
O! Wie vermoedt het levenslot
Van jong-getrouwde vrouwen!
Het leven is een snood komplot
En ik alleen hoef niet te rouwen.



Hendrik van Oordt