De Snaterdok

't Was snijig en het kiebelvees
Rold' en raasde in de ton;
Gans miss'rig was de flubbermees,
En de vregge beeg at kron.

"Hoed je voor Snaterdok, m'n spruit!
Hij wurgt je, hij zuigt je leeg!
Hoed je voor Zigzagpiet, en kijk uit
Voor d' afgruw'lijke Helleveeg!"

Hij nam zijn gulver zwaard ter hand:
Lang zocht-ie zijn gevreesde rivaal -
Dus hij rustte wat bij een gnork-rand
En bereidde zich voor, mentaal.

Terwijl ie in dromerig gepeins verzonk,
Kwam die Snaterdok, z'n ogen vol vuur:
Aangeslopen uit het volle takkenhonk,
Luidruchtig burkend voor dit uur.

Tik-tak! Tik-tak! En maai en hak
Ging het glanzend gulver door de lucht!
Het hield niet op en met de kop
Keerde hij juppelend terug.

"En hebt ge de Snaterdok gedood?
Geef me de vijf, jij knappe knul!
't Is Fandiolé! Hoera! Hoerbé!
Hij grinnikte blij en gul.

't Was snijig en het kiebelvees
Rold' en raasde in de ton;
Gans miss'rig was de flubbermees,
En de vregge beeg at kron.


(c) maart 1994 Andreas (alzuko@dds.nl)