Op een kwade dag besloot ik broodjes voor mijzelf te halen bij de slagerij in de buurt van dat kantoor. Dit was op zich al een zware opgave want de winkel, die zich steeds meer in het verzorgen van lunches-voor-de-werkende-mens had gespecialiseerd, was rond de middagpauze steevast drukbevolkt met 'Pakken'. Zo noemden wij die stoet keurig geklede heren, ik denk om ze te straffen. Zelden was een grotere verzameling ballen op een paar vierkante meter bij elkaar te zien als in die slagerij, rond lunchtijd. Doorgaans bralden zij luidkeels hun bestellingen met buitengewoon kakkineuze accenten. De heren hadden -bijna zonder uitzondering- de uitstraling van de carriere-makende Yup met de sociale vaardigheden van een dode fruitvlieg. Maar ik dwaal af, het ging om de lunch. Diverse collega's kregen lucht van mijn voornemen broodjes te halen. Uit zes, zeven kelen klonk iets als "Kan je voor mij een broodje zus en zo meenemen? Bruin Mueslibolletje, weinig boter en geen sla?" Of: "Doe mij maar een Wit Zuidfins 17-granenvloerbolletje, met groene sesamkorrels. Daarop graag een Kwekkeboom dieetkroket, veel mosterd, veel boter en een snufje bieslookblad uit de magnetron. O ja, neem zelf ook wat." De bestellingen waren zo exotisch dat we maar besloten met z'n allen naar die slagerij te gaan. Ik zou de bestellingen voordragen en daar waar het te ingewikkeld werd voor een culinair ongeletterde als ondergetekende zou de betreffende collega verbaal bijspringen.
Het was weer erg druk, die dag. De Keurslagerij stond ook nu weer vol met Pakken toen wij, gezevenen naar binnen gingen. Het interieur werd gedomineerd door een grote glazen vitrine, met daarbovenop transparante plastic bakken met daarin heel veel al dan niet geprepareerde broodjes. In de vitrine Het Eten, achter de vitrine Het Slagerspersoneel. De slager himself vertoonde overigens een opvallende gelijkenis met een varken, herinner ik mij.
Eindelijk was ik aan de beurt. Luidkeels bestelde ik de meest krankzinnig
belegde broodjes in die nog steeds overvolle winkel, want de stroom Pakken
achter ons bleef doorgaan. Ik was bijna klaar met mijn monoloog (het
voltallige personeel was met mijn bestelling bezig) toen een mijner
collega's mij in mijn rechterbil kneep. Met een gespeeld-arrogante
uitdrukking op mijn smoelwerk draaide ik mij om en wilde een nonchalante
houding aannnemen door tegen de vitrine aan te leunen. Iemand riep nog "Kijk
uit!" en toen voelde ik het ook. Ik leunde tegen de bakjes in plaats van
tegen de vitrine en het hele zooitje begon te schuiven. Het was voor mij
niet meer mogelijk het tij te keren. Ik verloor mijn evenwicht, mompelde nog
iets als "Shit!" en daar vielen tenminste drie plastic bakken vol broodjes
onder luid geraas de halve slagerij door. Zelf kon ik mij slechts met de
grootste moeite staande houden. De vele dure broodjes lagen verspreid over
de grond. Aan de personeelskant, zeg maar. Mijn teerbeminde collega's vielen
elkander, blauw van het lachen, in de armen. Een enkeling diende later
gereanimeerd te moeten worden. Ten overstaan van flink veel mensen in een
hele kleine ruimte stond Eppe weer eens gigantisch voor paal. Het zal
duidelijk zijn dat ik op dat moment niets liever wilde dan dat ik op
miraculeuze wijze zou oplossen in het niets. Wat er daarna precies gebeurde
weet ik niet meer (verdrongen, waarschijnlijk) maar men beweert zelfs nu nog
dat ik mij doodkalm schijn te hebben gedragen.
Het heeft toch zeker een half jaartje geduurd, voordat ik weer eens broodjes
ging halen, daar.
Volgens mij had ik die dag een pak aan.