BOODSCHAP AAN MONNE
ik zal huilend met de regen in het gras
ik zal huilend met de regen
ik zal huilend
ik zal
ik
terwijl mijn haren langer groeien
zal ik zoeken naar een plek
voor de grasgroene boomkikker
zal ik mijn ademtocht geven
aan de noorderwind die waaien zal
tot daar waar jij spelen moet
tot de maan weer bijna vol is
zal ik huilend, zoekend
wachten met de regen in het gras
tot de maan weer bijna vol is
en jij weer zult zijn uitgespeeld
dan
dan zal ik weer rennen, rennen
ik zal rennen met mijn Monne in het gras
ik zal rennen met mijn Monne
ik zal rennen
ik zal
ik
terwijl mijn haren langer groeien
zal ik samen met mijn Monne
zoeken naar de plek
waar de grasgroene boomkikker
voor het laatst is gezien
en ik zal weer lachten, lachen
ik zal lachen met mijn Monne in het gras
EEN VALENTIJNSGEDICHT
aan de laatste Romantieker
(benevens mijzelf)
en heel voorzichtig
om vooral de lucht niet te breken
betrad ik de buitenwereld
rook de eerste bloesemgeuren
en stroomde vol met levensadem
aarzelend
wierp ik mijn lach naar omhoog
naar de zon
die me streelde met haar 1e stralen
en de lentegedachte tuimelde
door mijn hoofd
ik zong voor jou de zon naar beneden
en lach hem aan de wand
van je lokaal
zodat je altijd gelukkig bent
en teruglacht zoals op
woensdagmorgen
DE SNEEUWMAN
hij had een smetteloos hart
en een wit lijf
ogen groot en kolenzwart
grauwe tanden, ongeveer vijf
in rood staat op zijn hoed geschreven
help waar is de rest gebleven
tja
samen met een smetteloos hart
tanden en ogen kolenzwart
drijft in een plas water ook de rest
een lange bezem en een vest
't vuur in zijn ogen uitgeblust
zo vond de sneeuwman eeuwig rust
zijn vijand en zijn moordenaar?
dat is toch zeker zonneklaar!
Frederique Clowting (Jan.Clowting@nl.cis.philips.com)