Valentijnskaarten

Het blijft een merkwaardige gewoonte en je moet het wel durven.....
Valentijnskaarten sturen!
Dat het ontvangen van dergelijke uitingen van genegenheid ook tot opwinding kan leiden moge blijken uit onderstaande.

Zo rond half februari 1995.
Ik was alweer een tijdje single, maar nog niet echt 'in' of 'op' de markt. Ik vond het wel prima zo. De kans dat er een, al dan niet anonieme, valentijnskaart voor mij bestemd zou zijn was zo ongeveer net zo groot als de kans dat Ajax de Champions-League zou winnen, dacht ik toen nog.
Op mijn werk en tegen vrienden schamperde ik over het aantal postzakken dat ik dit jaar weer zou ontvangen; tot de nok toe gevuld met liefdesbetuigingen aan mijn adres. Nee, relaties ben ik niet zo goed in, vrees ik.
Nu is het vrij essentieel om te weten dat ik lid ben van het telepanel van het NIPO. Het komt er op neer dat ik wekelijks een aantal vragen beantwoord, met behulp van PC en modem.
Deze week diende ik het aantal ontvangen Valentijnskaarten te registreren, ik geloof ten behoeve van de PTT.
"Dat zal nog een hele klus worden" vertrouwde ik mijn Beste Vriendin toe: "Ik moet ALLE Valentijnskaarten vastleggen." Vervolgens konden wij ons weer heerlijk beklagen over het gemis van De Ware en hoe zielig en ongewild we zijn en meer van dat soort semi-serieus geweeklaag.
De dag voor valentijnsdag lag er zowaar een kaart in mijn bus. Wat is dit nu weer? "Je weet wel van wie" stond erop, alsmede een gelippestifte kus.
Echt, ik had geen flauw idee. De kaart was gepost in Den Haag of omstreken, zag ik aan het poststempel. Ik ken helemaal niemand uit die omgeving..... Ja, vaag. Maar niet iemand die een Valentijnskaart zou sturen.
Mijn gevoel hield het midden tussen Egoboost en ik-word-in-de-maling-genomen. Natuurlijk heeft die eerste kaart mij bezig gehouden, ik ben elke denkbare optie (tot in het ridicule toe) nagegaan, maar niets kon bewezen worden..... tot de volgende dag.
Op die gedenkwaardige 14e februari lagen er maar liefst 11 (!) kaarten in mijn bus! Nu wist ik zeker dat iemand (en mijn vermoeden ging al snel richting Beste Vriendin) mij in de maling nam. Ik denk niet dat ik onaantrekkelijk ben, maar zoveel potentiele minnaressen ging wel erg ver. De kaarten kwamen zo'n beetje overal vandaan, allemaal verschillende handschriften en de meest bizarre teksten. Toch wist ik nu zeker dat ik weer eens het slachtoffer was van mijn eigen grote mond.
Mijn vermoedens werden snel bevestigd. 's Avonds belde mijn Beste Vriendin, quasi-serieus informerend of er nog iets spannends gebeurd was. De grap was dat ik nu aan het NIPO moest melden dat ik een stuk of 13 kaarten had ontvangen. Om te voorkomen dat ze mij daar al te populair gaan vinden heb ik een en ander charmant-beleefd en nogal omstandig uitgelegd, net zoals hier, nu.

Overigens zat er, behalve de 'nepkaarten' ook nog een 'serieuze' bij, die niet nep was maar ook niet echt. Maar daar hadden we het nu niet over. Alle valentijnskaarten hangen nu aan de binnenkant van mijn toiletdeur. Zolang er niet specifiek naar gevraagd wordt door welk bezoek dan ook zwijg ik als het graf....

Kijk, ik ben niet gek natuurlijk.



Eppe Vergroot (vroegop@euronet.nl)